- Mag ik hier zitten?
- Ja, natuurlijk.
- Waar gaat u naartoe?
- Ik ga naar Barcelona
- Wat toevallig. Ik ga ook naar Barcelona. Gaat u voor uw plezier of voor het werk?
- Ik ga voor mijn plezier.
- Oh sorry, ik zal me even voorstellen. Mijn naam is Pablo. Ik ga voor mijn werk naar Barcelona. Zou ik de krant mogen lenen?
- Ja hoor.
- Heeft u de documentaire An Inconvenient Truth gezien?
- Nee sorry. Ik kijk niet zo heel veel tv. Ik heb zelf geen tv.
- Dat is jammer; de CO2-uitstoot is helemaal in op dit moment. Wat vindt u ervan? Wilt u iets drinken?
- Nee dank u.
- Ik ga koffie bestellen. Weet u zeker dat u niets wilt drinken?
- Jazeker.
Ethan keek naar de man die hem had aangesproken. Hij was een lange, slanke man van rond de dertig. Pablo bestelde koffie bij de bar.
- Het is warm, vindt u niet?
- Ja.
- Ik denk dat onze trein over een kwartier vertrekt.
- Ik zal alvast naar het perron gaan.
- Oh, gaat u al weg?
- Prettige dag verder.
- Prettige dag.
Pablo pakte zijn mobiel en belde: "Ja hallo! Ik zit in Lleida. Hij neemt de trein van twaalf uur naar Barcelona."
Hoeveel weet je al van de Nederlandse taal?
28 vragen over de Nederlandse taal en cultuur.
Klik hier om je kennis te toetsen.
Natuurlijk hebben we tijdens de trainingen ook oog voor verschillen in cultuur. Dus je leert niet alleen hoé je iets zegt in het Nederlands, maar ook wát je zegt in een bepaalde situatie.
Ik stel het zeer op prijs als je contact met mij opneemt. Vul hiervoor het contactformulier in. Je kunt me ook bellen op nummer 06-16 51 00 78.