• Is het ‘wat is aan de hand?’ of ‘wat is er aan de hand’?
  • ‘Wie is dat meisje?’ of ‘wie is er dat meisje?’
  • ‘Zit sambal in het eten’ of ‘er zit sambal in het eten’?
  • ‘De suiker staat op tafel’ of ‘er staat de suiker op tafel’?
  • Er werd veel popcorn gegeten tijdens de film.
  • ‘Is nog thee’ of ‘is er nog thee’?

 

 

 

 

 

Les 22  Er staat een sportwagen voor het huis

ER – deel 2

Inhoud:

-  Een overzicht van de gebruikte grammaticale termen met voorbeelden.

-  Een overzicht van alle vijf functies die er in de zin kan hebben.

-  Uitgebreide behandeling van twee van deze vijf functies:

-  er + indefiniet subject

-  er in de passieve zin

-  Waar mogelijk: de vertaling van er in het Frans, Engels, Spaans en Duits.

-  Drie oefeningen, veel voorbeelden en handige tips om er onder de knie te krijgen (to master).

- 10 Pagina's; ook geschikt voor iPad.

 

 

Voor wie?       

Deze les is geschikt voor jou:

  • als je Nederlands kunt lezen (vanaf niveau A2);
  • op een leuke en interessante manier je taalniveau wilt verbeteren;
  • als je het examen Nederlands als Tweede taal (NT2) wilt doen;
  • als je dit examen al gehaald hebt maar toch nog je kennis van het Nederlands wilt opfrissen;
  • als je het NT2-examen niet wilt doen, maar gewoon interesse hebt in de Nederlandse taal.

Selecteer taal

Zoeken

Cultuurverschillen

Natuurlijk hebben we tijdens de trainingen ook oog voor verschillen in cultuur. Dus je leert niet alleen hoé je iets zegt in het Nederlands, maar ook wát je zegt in een bepaalde situatie.