Dokumenten

12  Soft ketchup

12 Soft ketchup € 4.95

Behalve op een hamburger is soft ketchup ook goed te gebruiken als hulpmiddel wanneer je het perfectum van een regelmatig verbum wilt maken. Als je deze les gedaan hebt, weet je altijd dat ‘geflost’ op een -t eindigt en ‘geverfd’ op een –d. Ook weet je dan of je het hulpwerkwoord ‘hebben’ of ‘zijn’ moet gebruiken.

13  Ik ben naar het strand geweest

13 Ik ben naar het strand geweest € 7.50

En niet ‘ik heb naar het strand geweest’. In les 13 vind je dezelfde lijst onregelmatige verba als in les 11, maar nu krijg je er veel voorbeelden en 6 oefeningen bij met het perfectum. Lekker oefenen met verhaaltjes als ‘De avonturen van Miguel’, ‘Thuis bij Ans en Frans’, ‘Gezellig’en ‘Te mooi om waar te zijn’. Daarna zitten de onregelmatige verba (weer) goed in je hoofd.

14  Ik had nog nooit in een bootje gezeten

14 Ik had nog nooit in een bootje gezeten € 4.95

… maar vandaag hebben we met een speedboot gevaren. Wat is het plusquamperfectum en hoe gebruik je het? Daar gaat les 14 over. Ook leer je in deze les welk hulpwerkwoord je moet gebruiken: hebben of zijn. ‘De avonturen van Miguel’ deel 2 zorgen ervoor dat je met plezier oefent. ‘De avonturen van Miguel’ deel 1 krijg je er trouwens gratis bij.

15  Morgen was ik op het strand

15 Morgen was ik op het strand € 4.95

Het ligt niet voor de hand, maar het kan. Als je een wasmachine meebrengt bijvoorbeeld. Was is hier het presens van wassen en niet het imperfectum van zijn. Les 15 gaat over het gebruik van de werkwoordstijden: wanneer gebruik je het presens, het imperfectum en het perfectum? Het wordt je allemaal duidelijk als je alle 5 verhalen leest

18  Vandaag ben ik blij

18 Vandaag ben ik blij € 3.95

… en dus niet ‘Vandaag ik ben blij’. Het lijkt soms alsof Nederlanders de woorden van elke zin in een hoge hoed gooien, schudden en dan kijken wat er tevoorschijn komt. Maar dat is toch niet zo: er zijn duidelijke regels. Alles over de woordvolgorde in de hoofdzin kun je vinden in deze les, inclusief vier oefeningen en goede tips, zodat jij de woorden straks op de juiste plaats zet.

 

19  Ik ben blij dat jij er altijd voor me bent

19 Ik ben blij dat jij er altijd voor me bent € 5.95

Ik ben blij want jij bent er altijd voor me. Waar staat het verbum in de bijzin? Staat het wel aan het eind van de zin of niet? Dat hangt af van de conjunctie die je gebruikt: dat, terwijl, toen, etc. of: maar, want, en, of. En waar staan het participium en de infinitief in de bijzin? Nadat je les 19 gedaan hebt, weet je er alles van.

 

20  Is de boot die daar ligt van jou?

20 Is de boot die daar ligt van jou? € 4.95

‘De boot die daar ligt’ maar: ‘het bootje dat ..’ Wanneer gebruik je die en wanneer gebruik je dat? Klopt het dat je in het Nederlands ook vaak wat moet gebruiken? Is ‘de man waarmee ik praat goed Nederlands’? In les 20 lees je alles over de relatieve bijzin. Als je alle voorbeelden hebt bekeken en alle oefeningen hebt gedaan, kun je zelf goede relatieve bijzinnen maken.

21  Ze hebben er zin in

21 Ze hebben er zin in € 4.95

E en R: maar 2 letters. Toch valt er veel te zeggen over er – we gebruiken het heel vaak in het Nederlands - daarom zijn het 2 lessen geworden. In les 21 gaat het over: er als plaatsbepaling, er plus een hoeveelheid en er plus een prepositie. Iedere Nederlander kan je goed begrijpen als je er weglaat, maar het is toch wel leuk als je het kunt gebruiken. Je krijgt in deze les een paar handige tips over overeenkomsten met het Engels en Frans.

22  Er staat een sportwagen voor het huis

22 Er staat een sportwagen voor het huis € 4.95

In Er deel 2 lees je alles over er plus een indefiniet subject – vergelijkbaar met there is, there are in het Engels en il y a in het Frans – en er in de passieve zin. Nadat je les 22 gedaan hebt, weet je precies of je ‘is nog thee?’ of ‘is er nog thee?’ moet zeggen en ‘wat is aan de hand?’ of ‘wat is er aan de hand?’.

23  Ik ben je hondje niet!

23 Ik ben je hondje niet! € 2.75

Nederlanders houden niet van orders krijgen en je kunt een boze reactie krijgen als je zegt: ‘Je moet dit voor me doen.’ Toch is het in de werksituatie weleens handig als je ervoor kunt zorgen dat iemand iets voor je doet. Bovendien is het privé ook fijn als je niet alles zelf hoeft te doen. In deze les leer je hoe de Nederlanders dit aanpakken. Handig als je het weet.

 

Selecteer taal

Zoeken

Cultuurverschillen

Natuurlijk hebben we tijdens de trainingen ook oog voor verschillen in cultuur. Dus je leert niet alleen hoé je iets zegt in het Nederlands, maar ook wát je zegt in een bepaalde situatie.