syntaxis (zinsbouw)

Dokumenten

18  Vandaag ben ik blij

18 Vandaag ben ik blij € 3.95

… en dus niet ‘Vandaag ik ben blij’. Het lijkt soms alsof Nederlanders de woorden van elke zin in een hoge hoed gooien, schudden en dan kijken wat er tevoorschijn komt. Maar dat is toch niet zo: er zijn duidelijke regels. Alles over de woordvolgorde in de hoofdzin kun je vinden in deze les, inclusief vier oefeningen en goede tips, zodat jij de woorden straks op de juiste plaats zet.

 

19  Ik ben blij dat jij er altijd voor me bent

19 Ik ben blij dat jij er altijd voor me bent € 5.95

Ik ben blij want jij bent er altijd voor me. Waar staat het verbum in de bijzin? Staat het wel aan het eind van de zin of niet? Dat hangt af van de conjunctie die je gebruikt: dat, terwijl, toen, etc. of: maar, want, en, of. En waar staan het participium en de infinitief in de bijzin? Nadat je les 19 gedaan hebt, weet je er alles van.

 

20  Is de boot die daar ligt van jou?

20 Is de boot die daar ligt van jou? € 4.95

‘De boot die daar ligt’ maar: ‘het bootje dat ..’ Wanneer gebruik je die en wanneer gebruik je dat? Klopt het dat je in het Nederlands ook vaak wat moet gebruiken? Is ‘de man waarmee ik praat goed Nederlands’? In les 20 lees je alles over de relatieve bijzin. Als je alle voorbeelden hebt bekeken en alle oefeningen hebt gedaan, kun je zelf goede relatieve bijzinnen maken.

Selecteer taal

Zoeken

Cultuurverschillen

Natuurlijk hebben we tijdens de trainingen ook oog voor verschillen in cultuur. Dus je leert niet alleen hoé je iets zegt in het Nederlands, maar ook wát je zegt in een bepaalde situatie.