In de auto reed Ethan de lange weg naar Aaron toe. De nacht was gevallen en de spoken verstopten zich tussen de bomen en de mist. In de verte glom het licht van het restaurant als een ster aan de hemel.
- Hallo Aaron?
- Hallo Ethan.
Aaron ging door met het schoonmaken van de keuken terwijl Ethan zijn sigaar aanstak.
- Aaron... Wat is er met het pakketje?
- Ethan het is... Ik voel me niet zo lekker. Daar is het. Het adres staat erop. Hier heb je het geld voor de trein en voor het hotel. Vertrek morgenochtend vroeg en bezorg het zo snel mogelijk. Bel me als je dat hebt gedaan.
- Het is heel veel geld. Hoe kom je aan dit geld?
- Ik denk dat ik ga overgeven. Sorry Ethan. Ik voel me niet zo goed. Vergeef me...
- Ga naar huis. Ik denk dat je de dokter moet bellen.
- Nee. Ik wil alleen zijn.
- Ik zal het restaurant afsluiten.
Aaron legde het schort op de tafel en ging weg. Ethan had Aaron sinds het gedoe met Ursula nooit meer zo gedeprimeerd gezien. Hij keek naar het handschrift en zag dat het van Aaron was. Hij pakte zijn telefoon en sprak in het antwoordapparaat "Ana. Ik moet een paar dagen weg. Ik bel je als ik terug ben. Sorry voor daarnet..."
Het restaurant werd donker en de slapende nacht omarmde Ethan.
De zingende vogels begroetten de warme ochtendzon. In het station wachtten de stille treinrails met spanning op de eerste trein van de dag. Ethan ging naar het loket om een treinkaartje te kopen.
- Hallo. Ik wil graag een enkeltje naar Barcelona.
- Om 7.20 uur vertrekt de trein. Je moet wel overstappen. Je bent wat vroeg vandaag.
- Ja. Hier wordt er zulke heerlijke koffie gemaakt...
- Jij maakt me altijd aan het lachen.
Sara, het meisje achter het loket, was een jonge vrouw met rode krullen. Ze verkocht kaartjes en gaf de treintijden door aan de mensen die ze graag mocht. En ze mocht Ethan graag.
Het station van La Pobla de Segur was een vrij nieuw station. Het was het begin van het traject dat het dorp verbond met Barcelona. Het was spannend voor Ethan om na vijf jaar terug te gaan naar Barcelona. Hij dacht aan het verleden terwijl het onverdraaglijke gekrijs van de treinwielen klonk. Hij hield het pakje stevig vast en ging bij het raam zitten. Buiten werden de post en de kranten van de dag uit de trein gehaald. Het fluitje gaf het teken en de trein begon te rijden. Heel snel werd het dorpje achtergelaten.
- Koffie, thee, kranten ...
- Graag de krant.
- Twee euro.
Ethan deed de krant open en zag op de eerste pagina het artikel "Al Gore presenteert de documentaire An Inconvenient Truth". Hij begon de krant te lezen en al heel snel begonnen de letters te dansen op de zigzag- beweging van de trein. Zijn ogen gingen langzaam dicht.
Ethan zag Aaron en Ana. Aaron kuste Ana in haar nek terwijl ze een wortel sneed in de keuken van De Kleine Stem. Hij probeerde de deur open te doen maar zijn sleutel werkte niet meer. Op de deur hing een briefje: "We don't trust you". Aaron keek naar hem en begon hard te lachen...
Zijn ogen gingen plotseling open. De trein was gestopt. Zijn krant was op de grond gevallen en een vrouw keek naar hem. Op het station waren heel veel mensen en hij zag op het bord "Lleida" staan. Gealarmeerd stond hij op en ging naar buiten. Half slapend probeerde hij een RENFE-bord te vinden maar de benauwde temperatuur sloeg hem terug. Hij besloot om eerst iets in de bar te gaan drinken. De droom had een slechte smaak in zijn mond achtergelaten.
- Mag ik hier zitten?
- Ja, natuurlijk.
- Waar gaat u naartoe?
- Ik ga naar Barcelona
- Wat toevallig. Ik ga ook naar Barcelona. Gaat u voor uw plezier of voor het werk?
- Ik ga voor mijn plezier.
- Oh sorry, ik zal me even voorstellen. Mijn naam is Pablo. Ik ga voor mijn werk naar Barcelona. Zou ik de krant mogen lenen?
- Ja hoor.
- Heeft u de documentaire An Inconvenient Truth gezien?
- Nee sorry. Ik kijk niet zo heel veel tv. Ik heb zelf geen tv.
- Dat is jammer; de CO2-uitstoot is helemaal in op dit moment. Wat vindt u ervan? Wilt u iets drinken?
- Nee dank u.
- Ik ga koffie bestellen. Weet u zeker dat u niets wilt drinken?
- Jazeker.
Ethan keek naar de man die hem had aangesproken. Hij was een lange, slanke man van rond de dertig. Pablo bestelde koffie bij de bar.
- Het is warm, vindt u niet?
- Ja.
- Ik denk dat onze trein over een kwartier vertrekt.
- Ik zal alvast naar het perron gaan.
- Oh, gaat u al weg?
- Prettige dag verder.
- Prettige dag.
Pablo pakte zijn mobiel en belde: "Ja hallo! Ik zit in Lleida. Hij neemt de trein van twaalf uur naar Barcelona."
- Met Ana.
- Ana, met Evelien. Hoe gaat het met je?
- Oh Evelien, wat leuk dat je belt. Met mij gaat het goed en met jou?
- Met mij ook goed. Ik heb op dit moment vakantie en ik dacht, misschien heb jij ook vakantie. Wij hebben elkaar zo lang niet gezien.
- Ik heb nog geen vakantieplannen.
- Ana, je bent een workaholic. Weet je wat, waarom neem je niet een paar dagen vrij en kom je naar mij toe?
- Ja, dat zou kunnen.
- Ana, kom op. Overdag kunnen we van de zon genieten en 's nachts kunnen wij de stad in.
- Ja, misschien is het een goed idee. Ik ben al lang niet met vakantie geweest.
- Ja, in jouw dorpje zijn er alleen maar vogels en oude mensen.
- Dat is niet zo. Er zijn ook jonge mensen.
- Wie dan? Rick en Jorgen. Ja, rare mensen ook.
- Er zijn ook andere mensen, niet alleen Rick en Jorgen.
- Oh! Ik hoor het aan je stem. Heb je iemand ontmoet?
- Nou ja.
- Wie is hij? Ah, zeg het nou. Daarom wil je niet komen!
- Nee. Hij is even weg, voor zijn werk.
- Nu moet je echt komen. Is hij knap? Hoe oud is hij? Kom op Ana.
- Ja, misschien is het leuk om een paar dagen vrij te nemen. Ik heb morgen mijn opdracht klaar. Ik zou morgenmiddag de trein kunnen nemen.
- Ja, leuk. Wij gaan lekker Barcelona in en je gaat me alles vertellen over je nieuwe liefde.
- Meneer, wij zijn er bijna, zei de mevrouw tegenover Ethan.
Ethan opende zijn ogen en het landschap van bergen en wijngaarden was veranderd in hoge flats met lakens die in de wind bewogen. De trein paste zijn snelheid aan en langzaam verspreidde de rails zich meermalen zoals een spinnenweb. Het werd opeens donker en de tunnel leidde naar het perron waar de trein stopte.
De deuren gingen open en de drukte van de massa explodeerde in zijn oren als een bom. Op de achtergrond klonk het onverstaanbare geluid van een stem die informatie aan de reizigers gaf.
Ethan begon te lopen tussen de mensen richting de uitgang. Buiten keek hij naar de drukte van het verkeer en gaf een teken aan de duidelijk herkenbare geel en zwart gekleurde taxi's van Barcelona. De bekende geur van de stad vulde zijn longen.
- Goedemorgen meneer. Waar wilt u naartoe?
- Naar Pensió Palau in de Passeig Isabel II.
Pablo had Ethan op afstand gevolgd en alles gehoord via de microfoon die hij in Lleida in Ethans jas had verstopt.
De taxi reed tussen de hoge gebouwen door en in de verte wees het standbeeld van Columbus naar de zee. Ethan had het raampje open en de zoute zeewind waaide de auto binnen. Langs de boulevard liepen mensen dromerig te genieten van de koele wind.
- Meneer, wilt u dat ik hier stop?
- Ja, bedankt.
- Het is 10,50 euro.
- Maak er maar 11 van.
- Bedankt meneer.
Ethan betaalde de chauffeur en liep onder de bogen van restaurant 'Les 7 Portes' door naar de ingang van Pensió Palacio. De echo van zijn voetstappen op de marmeren trap klonk dreigend. Achter de balie sorteerde een jonge man de post.
- Buenas tardes.
- Buenas tardes. ¿En que puedo ayudarle?
- Ik wil graag een kamer met eigen badkamer.
- Hoe lang bent u van plan om te blijven?
- Niet lang. Een nacht maar.
- Het is 25 euro per nacht. De lakens en handdoeken moeten apart betaald worden. Mag ik uw paspoort?
In de verte zei de stem van een man:
- Ethan, hé. Wat een verrassing. Ik heb je sinds vijf jaar geleden niet meer gezien.
- Ramon! Hoe gaat het met je?
- Goed, goed. Wat ben ik blij om jou weer te zien. Blijf je een paar dagen?
- Ik ben van plan om morgen weer te vertrekken.
- Dan moeten wij even samen gaan eten of heb je andere plannen?
- Ik wilde ook een hapje gaan eten.
- Ik betaal. Hieronder bij 'Les 7 Portes' hebben ze altijd een tafel voor mij.
- Kan je dit pakje ergens veilig bewaren voor me?
- Ja, in mijn kluis...
Ethan legde zijn vinger tegen zijn lippen. Ramon werd stil en verdween de trap af.
Het kabaal van de pratende mensen in het restaurant vermengde zich met het geluid van de tinkelende borden dat zo bekend was voor Ethan. Ramon bestelde een tafel voor twee bij het raam.
- En hoe is het met jou en Aaron?
- We hebben een restaurant geopend in een klein dorpje in de Pyreneeën.
- Ik vond het verschrikkelijk dat jullie moesten vertrekken. Een jaar na jullie vertrek is Sofia overleden.
- Sorry, dat wist ik niet.
- Ik heb jou niet kunnen bereiken, misschien was dat maar goed ook. Ursula kwam naar de begrafenis en wilde wat met mij. Ik heb haar weggestuurd. Gevaarlijke vrouw! Ik hoop dat je haar niet meer hebt gezien.
- Nee. Wij hadden afgesproken dat ze Aaron en mij niet meer zou opzoeken.
- En Aaron, hoe is het met hem?
- Met Aaron gaat het goed. Je weet het, altijd bezig.
- Geeft hij je nog de schuld van wat er met Ursula is gebeurd?
- Hij spreekt nooit daarover maar ik weet dat hij de schuld vooral aan zichzelf geeft.
- Wat bedoel je?
- Niets. Laten we over iets anders praten.
- Heb je een vriendin?
- Zullen we bestellen?
Ana controleerde haar voicemail en hoorde het bericht dat Ethan had ingesproken. Er verscheen een glimlachje op haar gezicht. Ze had heel veel zin om even een paar dagen weg te gaan. Om te genieten van de zee en de stad. De deurbel onderbrak haar mooie gedachten.
- Ja, hallo?
- Ana, ik ben het, Rik.
- Ah Rik. Ben je al terug uit Londen?
- Ja. Heb je even tijd?
- Ja, kom maar boven.
Ana deed de deur open en ging snel naar de keuken om water op te zetten.
- Er is niemand thuis?
- Rik, kom maar naar binnen. Doe niet zo raar.
- Nou, ik zag niemand voor de deur staan en ik dacht: ze is er zeker niet.
- Hoe was het in Londen?
- Leuk. Wij hebben een ...
- Wie is wij?
- Oh ja! Lolita en ik.
- Ik dacht dat jullie niet meer samen waren?
- Nou ja, het zit zo dat wij leuke dingen samen kunnen doen maar meer zit er niet in.
- Dat hoeft ook niet. Als jullie er tevreden mee zijn.
- Ik kan natuurlijk mijn hele leven naar de ware blijven zoeken, maar ik zie het niet zo snel gebeuren ...
Ana trok zich terug en dacht aan Ethan. Ze zou Ethan moeten bellen en hem laten weten dat ze een paar dagen naar Barcelona ging.
- Ana? luister je naar mij?
Voor Pensió Palacio stond een politieauto van de Mossos d'Esquadra. Een kring van meekijkers blokkeerde de ingang van het Pensió. Een verwarde man vloekte tegen de politieauto terwijl de rest van de mensen voorzichtig naar hem keek. Een van de Mossos probeerde de drukte op afstand te houden maar een dikke vrouw die voor hem stond eiste een antwoord van hem.
- Mevrouw, kunt u iets naar achteren?
- Wat is er gebeurd?
- Ik weet het niet. Mijn collega's zijn er nu mee bezig.
- Is er iemand dood?
- Mevrouw, kunt u alstublieft ruimte voor de politie overlaten?
- Ik heb het recht om geïnformeerd te worden.
- Mevrouw, naar achteren.
De Mosso had heel veel moeite om de nieuwsgierige vrouw op een afstand te houden. De verwarde man vloekte weer en de vrouw ging naar hem toe en probeerde hem weg te jagen. Machteloos keek de Mosso naar de gebeurtenis.
Ramon zag de politieauto voor zijn deur staan en duwde de menigte opzij. Ethan volgde hem.
- Agent? Ik ben de eigenaar van het pension. Is er iets gebeurd?
- Meneer, u kunt beter naar boven gaan, mijn collega's zitten op u te wachten. Wie bent u?, vroeg de Mosso aan Ethan.
- Hij hoort bij mij.
Ethan pakte Ramon bij zijn arm vast en zei:
- Ik ben bang dat dit allemaal te maken heeft met mijn aanwezigheid in je pension.
- Met jou? Waarom?
- Misschien kunnen wij beter straks praten nadat je met de politie hebt gesproken. Ik moet even iemand bellen. Ah, en vertel de politie niets over het pakje.
- Goed. Ik zie je zo.
Ethan pakte zijn mobiel en wachtte ongeduldig op antwoord.
De mobiel van Aaron die op de tafel lag rinkelde. Ethans nummer verscheen op het scherm. Hij keek ernaar en besloot hem niet op te nemen. Aan de andere kant sprak Ethan een boodschap in: "Aaron, kan je me alsjeblieft zo snel mogelijk terugbellen? Ik moet weten wie dit pakje aan je heeft gegeven. Bel alsjeblieft."
Geïrriteerd pakte Aaron zijn mobiel en luisterde naar de boodschap. Hij trok een raar gezicht en legde zijn mobiel weer terug op de keukentafel. De naaldhakken van Ursula klonken op de glanzende tegels van de keuken.
- Zou je Ethan niet moeten bellen?
- Het was Ethan niet, maar wat doe jij hier?
- Ik kom even kijken of alles nog goed met je gaat.
- Met mij gaat het prima.
- Je ziet er niet zo goed uit.
- Ursula, ga weg.
- Oh, maar dat gaat niet zo makkelijk. Ik moet nog van je weten hoe het met onze vriend gaat... en om ervoor te zorgen dat je niet zal praten …...
- Wat bedoel je?
- Je bent een zwakke man en ik kan niet toelaten dat je mijn plannen kapot maakt.
Aaron duwde Ursula tegen de muur en met vuur in zijn ogen vroeg hij haar: "Vertel me. Wat voor plan? Geef antwoord". Hij schudde haar heftig en het keukenmes viel hard uit zijn handen op de plavuizen. Zij fluisterde iets in Aarons oor en zei hard lachend: "Iets om voor te sterven" terwijl ze een injectienaald in zijn arm stak.
Ramón liep de trap snel omhoog en zag Julio, de jongen van de balie, op een stoel zitten. Twee Mossos spraken hem aan en maakten notities. Het was een puinhoop bij de receptie. Er lagen veel papieren op de grond en de lampen waren omgegooid. Ramón liep met een bezweet gezicht richting Julio en vroeg de twee Mossos wat er gebeurd was. Iedereen keek naar hem. Ethan, die Ramón op afstand volgde, bleef achter. Hij zag door een kier van de deur dat in het kantoor van Ramón de kluis openstond. Julio vertelde Ramón dat er twee gemaskerde mannen met geweren waren binnengekomen, die vroegen waar de kluis was. Ramón draaide zich om en liep snel naar zijn kantoor. Zijn handen trilden toen hij de ravage zag. Hij keek naar de kluis en zag dat het geld niet was meegenomen. Hij keek naar Ethan met een verbaasde blik, maar Ethan gebaarde dat hij stil moest zijn. De mannen hadden ook in alle kamers van het kleine pension alles overhoopgehaald.
Na een lang en nutteloos gesprek met de Mossos gingen ze weg. Ethan liet voor het eerst van zich horen en vroeg Ramón zijn pakje op te halen. Ramón ging snel naar beneden, waar hij het in de kelder had verstopt. Hij stopte het in zijn overhemd, liep weer naar boven en gaf het aan Ethan. Ze gingen het kantoor binnen en deden de deur dicht.
- Ethan, wat heeft dit te betekenen?
- Ik weet het niet, maar ik heb het gevoel dat die mensen op zoek waren naar dit. Ethan wees naar het pakje.
- Ik wil geen problemen, Ethan. Ik ben al lang niet meer bezig met waar jij nu mee bezig bent. Na de dood van Sofia ben ik hiermee gestopt.
- Ramón, ik zweer je dat ik er ook mee ben gestopt. Dit moest een eenvoudig klusje zijn.
Ramón kreeg het lege gevoel van Sofia's dood terug. Hij werd stil en keek naar Ethan. Ethan omhelsde het robuuste lichaam van Ramón, die zich zo kwetsbaar opstelde. Resoluut maakte hij het pakje open en haalde er een usb-stick uit.
Ana liep door de straten van Barcelona die als een schaakbord waren gebouwd. Het was een rustige middag met een lichte wind die uit zee waaide. Ana had sinds haar geboorte bij haar ouders in Barcelona gewoond totdat ze trouwde. Op zo’n dag als vandaag was ze met haar ouders naar de Trenca ones gegaan. Aan het einde was een beroemd restaurant, Porta Coeli, dat nu plaats had gemaakt voor alleen maar vrachtverkeer. Toen Ana klein was gingen mensen met een broodje naar de Trenca ones om de hete zomerdagen te ontvluchten. Ze kon zich het rustige gevoel herinneren dat ze kreeg van de brekende golven tegen de rotsen. Barcelona was heel erg veranderd sinds ze verhuisd was en haar ouders waren doodgegaan. De kleine buurtwinkels waren er nog steeds, maar de trouwe mensen die haar ouders kenden waren er niet meer. Maria van de groentewinkel was er niet meer. Nu was er iemand uit Pakistan die probeerde zo goedkoop mogelijk groenten te verkopen. Bij de kapster werd niet meer geroddeld, er werd alleen begroet in het Chinees en met een grote glimlach. Maar in haar hart waren de herinneringen nog niet gestorven. Ze vond het altijd moeilijk om terug te gaan. Daarom verzette ze zich vaak tegen uitnodigingen van oude bekenden. Als ze in Barcelona was, werd ze geconfronteerd met wat er niet meer was. Een stukje van haar leven was ontsnapt.
Via de straatintercom drukte ze op de bel van appartement 2-4. Een zachte stem antwoordde.
- Wie is daar?
- Ik ben het, Ana.
- Ana, kom maar boven.
Op de achtergrond dempte het schrille geluid van een politieauto de stem van Evelien. Een aantal politieauto's stopten aan de overkant. De deur trilde en Ana deed hem open en ging snel naar boven. Evelien wachtte op haar bij de deur van het appartement en zei: ‘Ana kom binnen. Wat leuk dat je er bent!’
Ana drukte haar handen tegen haar oren en zei tegen Evelien:
- Oh! Ik ben het niet meer gewend.
- Ja, daar in de bergen is alles veel rustiger. Ik denk dat er iets is gebeurd aan de overkant. Wij kunnen het vanaf het balkon zien.
Ze gingen naar het balkon met uitzicht op de straat en zagen veel mensen staan en een paar politieauto's.
- Wat is er daar aan de overkant?
- Pensió Palacio, antwoordde Evelien.
De traumahelikopter landde op de heliport van het ziekenhuis Santa Creu i Sant Pau. De paramedici van de helikopter zetten voorzichtig de brancard op de grond en gaven informatie over de patiënt aan de verpleegkundigen, terwijl op de achtergrond het schelle geluid van de snel draaiende propeller klonk. De wielen van de brancard rolden over het cement van het dak richting de intensivecareafdeling.
Op de intensivecareafdeling bracht de verpleegster een infuus en een zuurstofmasker aan en daarna doorzocht ze de eigendommen van de bewusteloze man.
- Heb je iets gevonden?, riep een andere verpleegster.
- Niets dat zijn identiteit kan onthullen. Wij moeten de politie inlichten. Hij heeft hypoglycemie maar hij is geen suikerpatiënt, zei ze terwijl ze het elektrocardiogram aanzette.
- De politie is al onderweg.
- Wat is dit? Er is een nummer in zijn voet getatoeëerd en het is net gedaan!
- Een nummer? Laat het even zien.
- Misschien kunnen we het beter gelijk melden bij de politie?
- Ik zal meteen bellen. Ik heb van de paramedici het 06-nummer gekregen van de inspecteur.
Ana en Evelien keken vanaf het balkon toe, toen de mobiel van Evelien rinkelde.
- Ja, hallo. Met Evelien Prado.
- Ja, hallo. Wij bellen vanuit het ziekenhuis Santa Creu i Sant Pau in verband met de onbekende man die gevonden is op het strand.
- OK. Ik kom vanmiddag naar jullie toe.
- Misschien zou het beter zijn als u eerder komt. Er is iets verdachts. De man heeft hypoglycemie maar hij is geen suikerpatiënt. Er is een nummer in zijn voet getatoeëerd en dat is onlangs gedaan.
- Wat voor nummer?
- 42
Ethan hield de usb-stick in zijn handen. Hij stopte hem in de computer maar Ramón keek hem verbaasd aan en vroeg zich af of alle moeite voor een kleine usb-stick was geweest. Ethan keek terug met een sympathieke en verontschuldigende glimlach terwijl hij toegang zocht tot de content van de stick. Een klein venster verscheen en vroeg om een password. Hij bleef stil staren naar het scherm en pakte zijn mobiel om te bellen maar op dat moment verscheen op zijn mobiel de naam Aaron. Hij nam de telefoon op en hoorde de stem van een vrouw die hem vroeg of hij Aaron kende. De lijnen van zijn gezicht werden steeds dieper naarmate de vrouw meer informatie over Aaron gaf. Hij pakte de stick en stond op. Hij excuseerde zich tegenover Ramón en verliet het pension.
Hij liep verdwaasd door de straten en vond een bar. Hij vroeg om een koffie en een cognac maar hij staarde alleen naar zijn glas. De rammelende dominostenen en de diepe stemmen van de oude mensen klonken, maar hij kon ze niet horen. De rook van Ducados verspreidde zich rond zijn lichaam en hij hoorde de fluisterende stem van Aaron. Hij dacht aan Aaron en Ursula. Hij kon zich nog de dag herinneren dat hij de foto's van Aaron en Ursula zag. Hij was zo boos op Aaron geweest maar Aaron heeft het nooit geweten. Hij heeft het zo vaak tegen Aaron willen vertellen, maar een kleine stem had hem altijd tegengehouden. Nu lag Aaron in het ziekenhuis en hij voelde zich zo alleen maar zijn glas cognac bleef nog vol.
Een vrouwenstem riep hem: "Ethan".
Het piepende geluid van de monitoren op de intensivecareafdeling was het enige dat klonk in de gangen. Een sterke antiseptische lucht mengde zich met de geur van verse koffie. Evelien zocht kamer 32, maar een verpleegkundige stopte haar.
- Mevrouw? De bezoekuren zijn tussen …
- Ik ben van de politie. Mijn naam is Evelien Prado. Ik zou graag met mevrouw Gomez willen spreken.
- Ik zal haar even halen. U kunt in de wachtkamer plaatsnemen.
De wachtkamer was leeg. Evelien nam plaats op een niet al te comfortabele stoel en vroeg zich af of de wachtkamer ingericht was om niet te lang te wachten. Door de stilte leek het erop of de tijd langzamer liep. De deur van de spreekkamer ging open en het hoofd van een kleine vrouw van rond de 40 stak naar buiten. De verpleegkundige kwam naar buiten en ging naast Evelien zitten. De antiseptische lucht werd sterker.
- Mevrouw Prado. De onbekende man heeft hypoglycemie en hij lig nu in coma. Wij hebben geconstateerd dat hij geen suikerpatiënt is en wij vermoeden dat hij of iemand anders insuline in zijn arm heeft ingespoten. Er is ook het getal 42 in zijn voet getatoeëerd. Onlangs gedaan. De tatoeage kan geen hypoglycemie veroorzaken. In zijn arm is duidelijk te zien waar de insuline is ingespoten. Hij had alleen zijn mobiele telefoon bij zich, maar er staat slechts één contactpersoon in.
Evelien pakte de mobiele telefoon. Er stond geen informatie in de oproep. In de lijst contacten verscheen de naam en het telefoonnummer van maar één persoon. Ze las de naam ‘Ethan’ op het scherm.
– Ik wist niet dat je van cognac hield.
– Het is niet voor mij. Ik heb het alvast voor jou besteld.
– Ethan, hoe gaat het met je?
– Iets minder goed dan met jou.
– Altijd zo charmant … maar waaraan heb ik te danken dat ik je weer zie?
De vrouw - met heel kort haar en gekleed in outdoorkleding - keek naar Ethan door haar ronde brilletje. Ethan boog zich voorover en gaf haar de USB-stick.
– Ik heb je hulp nodig. Ik moet weten wat voor informatie er op deze USB-stick staat. Er wordt om een password gevraagd dat ik niet heb. Als er iemand is die het password kan kraken, ben jij dat.
– Je hebt heel veel vertrouwen in mij. Ze nam een slokje van haar cognac en zei:
– Heb je enige aanwijzing?
– Nog niet maar misschien kan je al beginnen. Ik moet nog ...
– Misschien kan je met mij meegaan zoals in het verleden.
– Je verdient een lieve man die van je houdt.
– Dat verdiende ik toen al en het was geen probleem voor jou. Heb je misschien een vriendin?
– Ik bel je vannacht met misschien meer informatie als je deze klus nog voor mij wil doen. Ik betaal je wel.
– Je hoeft me niet te betalen, dat weet je best. Ik vroeg me af …
– Maria, je moet een man zoeken die voor je kiest.
– Ik ben niet op zoek naar een man. Zo bevalt het me prima. Ik dacht dat je beschikbaar was of ben je nu vrijwillig celibatair?
Ethan stond op en gaf heel lief een kusje op haar voorhoofd.
– Ik bel je vanavond ...
Ethan liep naar buiten richting de metro.
Ethan liep overhaast naar lijn 4 van de metro, verdwaald in zijn gedachten. Hij ging de trap af en een stormachtige wind raakte hem hard aan. Hij was zo diep in zichzelf gekeerd dat hij vergat hoe hij daar was aangekomen. Zijn voetstappen volgden een onbewuste reflex. Intuïtief had hij de juiste weg genomen. Misschien was hij, zoveel jaren nadat hij voor het laatst in Barcelona was geweest, de straten en de bekende plekken toch nog niet vergeten.
Hij was gewend om in Barcelona met de metro te reizen. Hij kon snel overal naartoe zonder in het verkeer vast te zitten. In de zomer was de lucht heel benauwend maar hij vond het niet erg, hoewel hij zich met nostalgie de frisse Nederlandse zomers herinnerde. Hij had aan de Universiteit van Leiden Spaans gestudeerd maar hij had het nooit afgemaakt. Hij was een vrije vogel, geen man van diploma's.
In zijn hoofd verscheen het misvormde gezicht van Ursula. Een kil gevoel vulde zijn lichaam terwijl hij in zijn broekzak een paar munten zocht om een kaartje te kopen. Hij deed de munten in de gleuf van de machine en in de bak viel een kaartje. Hij hoorde in de verte het harde geluid van de komende metro en het voelde onder zijn voeten als een aardbeving. Zonder een moment te verliezen deed hij het kaartje in het deurtje en rende naar het perron richting Trinitat Nova. Het was vol met mensen. Zo goed als hij kon pakte hij de paal vast op het moment dat de metro begon te bewegen. Een vrouw, gekleed in het zwart, keek hem ondoorgrondelijk aan. De groene ogen van Ethan en zijn lange witte haar staken af tegen de kale mannen en de zwarte haren van de vrouwen. Op het raam zag hij de weerspiegeling van een bekend gezicht. Pablo, de man die hij in het station van Lleida per toeval had ontmoet.
Het kleine appartement van Evelien was ingedeeld in een woonkamer, keuken, slaapkamer en toilet-douche. Op de kast in de woonkamer stonden heel veel foto's van Evelien met verschillende mensen, allemaal gekleed in het 'Mossos d'Esquadra'- uniform.1 Van jongs af dacht Evelien alleen maar aan een ding: deel uitmaken van de politie. Tijdens carnaval verkleedde ze zich als politieagent. Haar vader, die lid van de ‘Policía Nacional de España‘ was, gaf haar voor haar verjaardag een pet met het insigne van de ‘Guardia Urbana de Barcelona‘. In die tijd bestonden de ‘Mossos d'Esquadra‘ nog niet. Haar vader werd heel boos toen ze besloot om bij de ‘Mossos d'Esquadra‘ in dienst te gaan. Al dat gedoe over de “autonomías” en de democratie leek hem onzin. Hij had nooit een andere manier gekend dan die van ‘Generalisimo’ en na zoveel honger te hebben geleden tijdens de burgeroorlog en zo heel veel johannesbrood te hebben gegeten, wekte elke wijziging in hem een angstig gevoel op. Hij wilde niets weten over de gedode mensen tijdens de oorlog en deed altijd de TV uit als erover werd gesproken.
Hij kon zich nog herinneren dat zijn vader tijdens de oorlog altijd twee pasjes droeg voor het geval dat een van de twee kanten - de republikeinen of de nationalisten - om een legitimatie vroeg. Na de oorlog stond iedereen aan dezelfde kant; hoewel hij wist dat dit niet waar was, wilde hij dat graag zo zien. En wat nog erger was, was de dag dat hij in de supermarkt chocolade van johannesbrood zag, die als gezonder werd beschouwd dan chocolade gemaakt van cacao. “Waar gaan wij naartoe?”, zei hij.
Ana was gewend aan de afwezigheid van Evelien wanneer ze voor een zaak weg moest. Ana vond het niet erg. Ze wist hoe belangrijk het was voor haar. Ana besloot een douche te nemen om zich te bevrijden van de drukkende hitte van de reis maar ze hoorde het geluid niet van haar mobiel die in de woonkamer lag.
Voetnoot:
1. De ‘Mossos d'Esquadra’ is de politie in Catalonië. Het is de oudste civiele politie in Europa die werd gecreëerd in de 18e eeuw om de mensen van Catalonië te beschermen. Na de Spaanse Burgeroorlog verlieten de laatste Mossos Catalonië en werd het korps ontbonden door de Franco-autoriteiten. Op 21 juli 1950 kreeg de gemeente Barcelona toestemming om een een paar divisies van de Mossos d'Esquadra te creëren. Deze nieuwe Mossos waren een gemilitariseerd korps van de Franco-regering met weinig gelijkenis met de eerdere organisatie en met beperkte taken.
Met de terugkeer van de democratie in Spanje, groeiden de Mossos d'Esquadra in aantal en kregen ze meer taken. Sinds 25 oktober 1980 vallen ze onder het gezag van de Generalitat de Catalunya (regionale regering van Catalonië).
Tot zijn verbazing was hij Pablo uit het oog verloren maar hij voelde zich nog niet helemaal op zijn gemak. Vanuit de verte zag hij het majestueuze ziekenhuis. Hij vroeg zich af hoeveel mensen dezelfde weg hadden gelopen om hun familie te bezoeken sinds haar oprichting in 1400 en een vleugje nostalgie liep door zijn lichaam. Terwijl hij via Calle Cartagena liep kon hij het nieuw gebouwde gedeelte van het ziekenhuis zien. Hij liep snel door en de hitte begon af te nemen. Ethan keek op zijn horloge en besefte dat het al laat was. Aaron had dit horloge voor zijn verjaardag gegeven. Het was al half zes. Misschien had María het wachtwoord gehackt en toegang tot de informatie gekregen. Zijn gedachten vermengden zich met elkaar en hij werd steeds rustelozer.
In het ziekenhuis ging hij direct naar de informatiebalie en vroeg aan de receptionist informatie over Aaron. De receptionist vertelde hem dat hij naar de intensive care van afdeling B1 moest gaan.
Er hing spanning in de lucht. Mensen liepen rond zonder specifieke expressie in het gezicht. In de lift sprak een arts met zijn collega over de knie-operatie die hij had gedaan. Ethan keek naar hen vanuit zijn ooghoek terwijl hij rommelde met zijn mobiel die in zijn jaszak zat. Hij stapte uit op de eerste verdieping en toen de liftdeuren dichtgingen kon hij nog de stemmen van de twee artsen langzaam horen verdwijnen. Op een bord boven een deur stond ‘Intensive Care’. Absolute stilte heerste er en je kon alleen de pieptonen van de monitoren horen. Bij de receptie hield een verpleegster hem tegen.
- Meneer! Wie komt u bezoeken?
- Ik werd gebeld en ik kreeg te horen dat Aaron Bakker op de intensive care ligt.
- Ja, dat klopt. U kunt plaatsnemen in de wachtkamer. Ik kom zo bij u.
Hoeveel weet je al van de Nederlandse taal?
28 vragen over de Nederlandse taal en cultuur.
Klik hier om je kennis te toetsen.
Natuurlijk hebben we tijdens de trainingen ook oog voor verschillen in cultuur. Dus je leert niet alleen hoé je iets zegt in het Nederlands, maar ook wát je zegt in een bepaalde situatie.
Ik stel het zeer op prijs als je contact met mij opneemt. Vul hiervoor het contactformulier in. Je kunt me ook bellen op nummer 06-16 51 00 78.